weet je nog hoe wij verleden jaar twee weken lang aan zee logeerden weet je nog hoe wij toen met elkaar twee weken de liefde deelden we lagen uren op het strand kastelen bouwen in de regen wij lachten omdat elk kasteel met elke toren, elk kanteel door eb en vloed werd omgewoeld en door de zee weer weggespoeld
een zandkasteel, al is het nog zo mooi is vroeg of laat aan ondergang ten prooi, het glijdt als zeezand op het strand zo door de vingers van je hand
nu loop ik in mijn eentje langs de zee alleen waar duizend mensen komen nu denk ik in mijn eentje aan ons twee en onze weggespoelde dromen ik zie de schelpen in het zand en tussen wrakhout op het strand de resten van een oude kasteel maar zonder toren of kanteel door eb en vloed haast uitgewist en dat door niemand wordt gemist