Refr.: Dat heeft zo'n jongen toch niet nodig Dat is volkomen overbodig Denkt hij nu echt dat zoiets moet Zo heeft z'n moeder hem vast niet opgevoed In 't cafe klinkt een mop; het bedenkelijke werk Een Turk, een neger en een jood gingen samen naar de kerk Die grap is niet fijn Zegt de kastelein Hij is kwetsend en bepaald niet sterk Altijd weer die grappen over de kerk Refr. Het ergst van allemaal, het is een grof schandaal Is Andre van Duin, hij spot met elke kwaal Ein Mann mit ein accent Een psychriatrisch patient Een scheeloog, een wijd uitstaand oor Ons hele koningshuis haalt hij erdoor Refr. De apostelen zaten een keer in een bootje op de meer Ze waren ongerust, ze zochten de Heer Ze zagen hem even later Wandelen over het water En Petrus dacht: wat overbodig Dat heeft zo'n jongen toch niet nodig Persoonlijk vind ik niet dat dat echt moet Hoe heeft mijn moeder mij in godsnaam opgevoed