Geen klacht ontvliedt het kind Dat blij getint lacht En gezwind de pracht vindt Door Sint bedacht En gebracht in de nacht Die tracht zonder wind Of koude macht Zo zacht Te vallen Dit is nou typisch zo'n Sinterklaasgedichtje he, als het maar rijmt! Dit verhaal begint in Spanje, waar de gulle lach van een buurmeisje het Grote Liefdesvuur ontsteekt in een oude kindervriend. En gul ook als haar lach Dat is haar nooit gestreelde boezemweelde In haar schoonheid zo omvangrijk Dat zij toch wel wat benauwend Wordt voor 't arme longenpaar Dat daar zo zwoegt Dat, gepikeerd Het vaak astmatisch protesteert Prinsheerlijk wiegt de navelknop Daar boven op een warme buik En van dat zachte kussenvlak Glijdt af een strakdalende lijn Die zedig zich vlijt In een pluimvers nestje En dan verder glijdt Langs prikkelbeste bovenbeentjes Kuitsgewijs naar knuffelteentjes De familie van het meisje kent de oude man. Men vindt hem een vieze oude man. Spoedig krijgt hij half Spanje op zijn nek. Sindsdien loopt Sinterklaas Noodgedwongen verkleed rond.