Voor ik in mijn auto stap kijk ik nog een keer om Oma staart naar buiten, lijdzaam en gelaten Een aangevreten standbeeld, getergd door ouderdom Dat hardop in zichzelf staat te praten
Als in een poppenkraam staat zij daar voor het raam Ik heb moeite om mijn tranen te bedwingen Ik zwaai nog even vlug maar het oudje zwaait niet terug Het lijkt wel of ze zachtjes staat te zingen
Oma waarom liet je mij in de steek Heb je mij geestelijk verlaten Je ogen zo flets en je haren zo bleek Ik zou nog zo graag met je praten
Opa was jouw alles en toen hij was dood gegaan Zat je urenlang stil voor je uit te staren Je maakte niets meer schoon Je vervuilde langzaam aan En je sprak verward over je kinderjaren Soms liep je 's avonds laat Met de poppen over straat Die jij nog uit je kindertijd bewaard had En ik weer nog van die keer Oh je wist volstrekt niks meer Dat je een hele nacht bloot voor de koude haard zat
Oma waarom liet je mij in de steek Heb je mij geestelijk verlaten Je ogen zo flets, je haren zo bleek Ik zou nog zo graag met je praten
Vorig jaar december zei je Jij weet toch als ik later groot ben ik dan ga studeren En heel misschien verhuizen we dan naar de grote stad En vraag ik aan papa om nieuwe kleren Ach je had het al verwacht Toen ben je weggebracht Daaraan bleek eenvoud weg niet te ontkomen En soms als je helder bent Dan vraag jij me lieve vent Waarom heeft de heer mij nog niet weggenomen